rhodesian ridgeback

Gezondheid

Heupdysplasie (HD)

Wat is HD?

Heupdysplasie betekent letterlijk ‘heupmisvorming’ en wordt meestal aangeduid met de afkorting HD. Heupdysplasie is een afwijking aan de heupgewrichten waarbij de ontwikkeling van de heupen bij een jonge, opgroeiende hond niet normaal verloopt en de gewrichten misvormd kunnen worden, variërend van licht afwijkend, waarbij aan het gangwerk de hond niets te merken is, tot zwaar misvormd, waarbij de hond veel pijn heeft en kreupel kan gaan lopen. HD komt niet alleen voor bij rashonden, maar ook bij kruisingen. HD wordt veroorzaakt door grofweg 1/3 erfelijke en 2/3 omgevingsfactoren.

Symptomen

De leeftijd waarop HD zich uit kan sterk variëren en de symptomen hangen af van de ernst van de aandoening: aan een hond met lichte HD merkt u niet veel, maar een hond met zware HD kan een of meer van de volgende symptomen laten zien:

  • moeilijk of stijf opstaan
  • stram of waggelend lopen, soms met gebogen rug
  • wisselend kreupel aan één of beide achterbenen
  • achterblijven en vaker willen rusten bij een wandeling
  • moeite met springen (in de auto bijvoorbeeld) en traplopen
  • zichtbare pijn in de achterhand bij bewegen
  • gaan zitten levert problemen op
  • afnemen van de bespiering in de achterhand

Deze symptomen kunnen echter ook andere oorzaken hebben. Of een hond HD heeft en hoe ernstig, valt niet aan de buitenkant te zien, ook niet door onderzoek van een dierenarts. De enige manier waarop (de mate van) HD betrouwbaar vastgesteld kan worden, is door röntgenologisch onderzoek te doen.

WAT IS NORMAAL

In een goede heup ligt de kogelronde kop van het dijbeen nauw aansluitend in de kom van het heupbot. De heupkop is mooi rond en glad en de heupkom is glad en diep genoeg om de heupkop voor ongeveer de helft te omvatten. Ze passen precies in elkaar en worden op hun plaats gehouden door banden en bespiering. Ook bij goede heupen kan de opmerking ‘onvoldoende aansluiting’ voorkomen. Dit is dan slechts een kanttekening. De totale uitslag is geldend.

 

Afwijkingen
De aansluiting kan onvoldoende worden of de heupkop kan buiten de kom komen te liggen (figuur 1).
De heupkop kan afvlakken en de heupkom ondieper worden (figuur 2).

Er kunnen botwoekeringen ontstaan rond de heupkop en -kom door abnormale slijtage van het gewricht (figuur 3).

 

Oorzaken

Er zijn veel verschillende erfelijke factoren in het spel bij het ontstaan van HD: de kwaliteit van bot, spieren en banden spelen een rol, maar ook de groeisnelheid, de stand van de achterbenen en de hoek die de heupkop met de heupkom vormt, worden door onder andere erfelijke factoren bepaald. HD wordt veroorzaakt door grofweg 1/3 erfelijke en 2/3 omgevingsfactoren. Een hond kan aanleg hebben voor HD (het erfelijke deel) maar omgevingsfactoren bepalen vervolgens of en hoe die aanleg tot uiting komt.

 

Normaal gevormde heupgewrichten

Omgevingsfactoren

Naast de erfelijke factor hebben milieufactoren een belangrijke invloed op de ontwikkeling van HD, in zowel positieve als negatieve zin. Voeding, groeisnelheid, lichaamsgewicht, beweging en spierontwikkeling zijn omgevingsfactoren die u zelf kunt beïnvloeden.

  • Voeding en daarmee samenhangend groeisnelheid en overgewicht. Een verkeerde verhouding in het gehalte aan fosfor en calcium kan te snelle groei veroorzaken, de ontwikkeling van de spieren kan dat niet bijhouden; de pup heeft geen kracht genoeg om het gewicht tijdens een langere wandeling goed te blijven dragen. Een calcium percentage van 0,8% tot 1% is ideaal. Te veel voeding veroorzaakt overgewicht. In beide gevallen neemt de druk op het heupgewricht toe en is al snel sprake van overbelasting en kan slijtage van het gewricht optreden.
  • Beweging en spierontwikkeling. De mate, duur en soort van beweging hebben ook een sterke invloed. Door wild spelen, draaien en springen heeft de heupkop de neiging uit de kom te draaien. Hoe groter de krachten die op de gewrichten worden uitgeoefend, hoe groter de kans dat de banden opgerekt raken. Bespiering vangt dit in enige mate op. Is de spierontwikkeling (nog) niet optimaal, dan neemt de belasting ook toe. Zeker als de wandeling of beweging langer duurt dan de spierontwikkeling aankan, geeft dat grotere kans op schade.

Heeft een hond geen erfelijke aanleg voor HD, dan hebben de genoemde milieufactoren lang niet zo’n grote invloed op de ontwikkeling van de heupgewrichten.

DE ONTWIKKELING BIJ PUPS

Een pup wordt geboren met een skelet dat bestaat uit zacht, elastisch bot en kraakbeen, er is nog geen sprake van een heupkop of -kom. Als u uw pup met acht weken mee naar huis krijgt, zien we al wel meer vorm, maar het is allemaal nog erg kwetsbaar. Pas met 20 weken is er sprake van een herkenbaar gevormd heupgewricht. Er is stabiliteit tijdens de groei nodig om een heupgewricht te krijgen waarbij de heupkop diep en nauwsluitend in een goedgevormde heupkom ligt.

TIPS TIJDENS DE GROEI

U heeft invloed op de milieufactoren die invloed hebben op de ontwikkeling van HD. We zetten de tips even op een rijtje:

  • Wandel niet langer dan uw pup aankan en bouw dat langzaam op. Een grove maatstaf voor het aantal minuten per wandeling is het aantal weken dat de pup oud is. Dus met 8 weken zo’n 8 minuten per keer wandelen, met 20 weken 20 minuten per wandeling, enz.
  • Beperk draaien, springen, klimmen en glijden. Rechtlijnige bewegingen zijn goed, veel snelle draaien en springen zijn slecht. Ga dus niet eindeloos met balletjes gooien. Spelen met andere honden mag, maar stop het spel als het te ruig wordt of te lang duurt. Kies speelmaatjes die qua grootte en ontwikkeling bij uw pup passen. Niet laten traplopen tijdens de groei. Als het echt niet anders kan, leer hem dan om rustig de trap op en af te gaan. Laat hem niet steeds op de bank springen en er weer vanaf. Kijk uit met glijden op een gladde vloer, leg desnoods een speelkleed neer.
  • Geef goede voeding. Als u een goede, complete voeding geeft (brokken of vers vlees) zijn supplementen niet nodig, die doen eerder kwaad dan goed omdat ze tegengesteld kunnen werken aan de uitgebalanceerde samenstelling van het complete voer. Let op een goede calciumverhouding. Een calciumpercentage van 0,8% tot 1% is ideaal. Laat uw pup zeker niet te zwaar worden.
  • Bouw bespiering en conditie op. Geef dagelijks ongeveer evenveel beweging, dus niet in het weekend extra vaak of extra lange wandelingen maken. Een goede bespiering helpt om de heupen stabiel te houden. Rechtlijnige beweging is goed. Fietsen is een prima activiteit die goed is voor de spierontwikkeling en de conditie. U kunt daarmee beginnen als uw hond een maand of 9 is. Begin met het leren wandelen naast de fiets, en bouw dat heel geleidelijk uit. Echt gaan trainen kan pas vanaf een jaar, als uw Ridgeback lichamelijk grotendeels is uitgegroeid. Let erop dat u uw hond alleen laat draven langs de fiets, niet gedurende langere tijd laten rennen. Dat belast het lichaam te veel.

 

Officieel HD onderzoek

Binnen de RRCN is HD-onderzoek bij fokdieren verplicht, zodat combinaties kunnen worden gemaakt waarbij het risico op HD bij het nageslacht zo klein mogelijk is. Deze HD-foto’s moeten worden gemaakt door een dierenarts die daarvoor een overeenkomst heeft met de Raad van Beheer en beoordeeld worden door een speciaal beoordelingspanel van de Raad van Beheer. De minimumleeftijd voor het laten maken van HD-foto’s bedraagt 12 maanden.

 

Het beoordelingspanel

Een van de taken van het HD-panel van de Raad van Beheer, afdeling Gezondheid, Gedrag en Welzijn (GGW), is de beoordeling van röntgenfoto’s van de heupgewrichten van honden. De röntgenfoto’s, de zogenaamde HD-foto’s, kunnen in principe door iedere praktiserende dierenarts die een overeenkomst met GGW heeft gesloten, worden gemaakt.

Voor de gegevens van een dierenarts bij u in de buurt kunt u een email sturen naar ln.reehebnavdaar@ofni t.a.v. de afdeling GGW. De naam en adresgegevens van de eigenaar dienen overeen te komen met de gegevens die op de stamboom of op het registratiebewijs staan.

HD-foto’s worden elke maandag gezamenlijk beoordeeld door een in samenstelling wisselend panel van drie deskundige beoordelaars. Een zo objectief mogelijke beoordeling van de foto’s die voor de HD-bestrijding onontbeerlijk is, wordt daarmee zo goed mogelijk gewaarborgd. De beoordeling van HD-foto’s heeft ten doel informatie te verschaffen aan fokkers en rasverenigingen die gegevens over heupdysplasie in hun selectieprogramma willen gebruiken. Röntgenfoto’s die bij GGW binnenkomen, worden in de daaropvolgende week beoordeeld. Nadat de beoordelingskosten door GGW zijn ontvangen, wordt de uitslag verzonden, tenzij de foto’s niet aan de technische eisen voldoen.

HD-Foto’s

 Voor een goede beoordeling van de heupgewrichten is een röntgenfoto van de hond in rugligging nodig, waarbij de hond exact recht moet liggen. De hond wordt daartoe in een schuin toelopende, houten bak gelegd.

Ter wille van de betrouwbaarheid van de beoordeling worden er hoge eisen gesteld aan de kwaliteit en de documentatie (identificatie) van deze röntgenfoto. Wanneer niet aan deze eisen is voldaan, krijgt de dierenarts die de röntgenfoto heeft gemaakt, daarvan bericht met een aantekening over hetgeen eraan mankeert en met een verzoek om een nieuwe opname te maken.

Een dergelijk verzoek wordt zo spoedig mogelijk na de beoordeling van de röntgenfoto verzonden en is uiterlijk drie weken na ontvangst van de foto bij de dierenarts. Deze moet dan contact opnemen met de eigenaar van de hond om een afspraak te maken voor het maken van een nieuwe HD-foto. Het beoordelen van deze nieuwe foto wordt niet opnieuw in rekening gebracht.

De foto wordt de maandag na de registratiedatum (datum uitgifte certificaat) naar de eigenaar of dierenarts (dit wordt aangegeven op het formulier) verzonden die de foto heeft gemaakt. U krijgt uw foto dus direct retour of via uw eigen dierenarts als u daar prijs op stelt.

 Rapport heupdyplasie onderzoek

Op het Rapport Heupdysplasie Onderzoek treft u de definitieve beoordeling aan, de FCI-beoordeling en een aantal gegevens die een verklaring geven voor de definitieve beoordeling.

HD A betekent dat de hond röntgenologisch vrij is van heupdysplasie, wat echter niet betekent dat de hond geen “drager” van de afwijking kan zijn.

HD B (=overgangsvorm) betekent dat op de röntgenfoto’s geringe veranderingen zijn gevonden, die weliswaar toegeschreven moeten worden aan heupdysplasie, maar waaraan in het kader van de fokkerij geen directe betekenis kan worden toegekend.

HD C (=licht positief) of HD D (=positief) betekent dat bij de hond duidelijke veranderingen, passend in het ziektebeeld van HD zijn gevonden.

HD E (=positief in optima forma) betekent dat de heupgewrichten ernstig misvormd zijn. 

FCI-beoordeling

De FCI-beoordeling is een vertaling van de HD-beoordeling naar een internationaal geldende code, waardoor het mogelijk wordt de HD-uitslagen uit bij de FCI aangesloten landen te vergelijken.

Nederlandse normering

Tot 1 mei 2002 werd in Nederland een andere normering aangehouden. U ziet deze op oudere stambomen terug. In de tabel hiernaast ziet u hoe u die codes kunt vertalen naar de normering die de FCI hanteert.

De beoordeling van onderdelen

Bij de beoordeling van HD-foto wordt gelet op de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.

Informatie over de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de koppen in de kommen wordt onder andere verkregen uit de zogenaamde ‘Norbergwaarde’. De Norbergwaarden van linker en rechter heupgewricht worden bij elkaar opgeteld en geven samen de op het rapport vermelde ‘som Norbergwaarden’.

Bij een normaal heupgewricht is de Norbergwaarde minstens 15, de som van de Norbergwaarden van beide heupen derhalve minstens 30. Honden met een te lage Norbergwaarde hebben dus ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen. Deze honden zullen dus een minder gunstige HD-beoordeling krijgen.

Een normale of zelfs hoge Norbergwaarde betekent echter niet zonder meer dat de betreffende hond goede heupgewrichten heeft. Een combinatie van diepe heupkommen en incongruentie van de gewrichtsspleet (een niet overal even brede gewrichtsspleet) of onvoldoende aansluiting van de gewrichtsdelen kan, zelfs bij een hoge Norbergwaarde, leiden tot een (licht) HD-positief beoordeling.

Op het certificaat wordt dit duidelijk gemaakt door het vermelden van ‘onvoldoende’ of ‘slechte’ aansluiting. Ook wordt informatie over de diepte van de heupkommen verkregen door te beoordelen hoe het centrum van de heupkop ligt t.o.v. de bovenrand van de heupkom. Naast de Norbergwaarde, de diepte van de heupkommen en de aansluiting van de gewrichtsdelen wordt de uitslag ook beïnvloed door de aanwezigheid van ‘botafwijkingen’.

Er is een rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de botafwijkingen en de uitslag: zeer lichte botafwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte (2) botafwijkingen leiden tot de beoordeling HD C, ernstige (3) botafwijkingen leiden tot de beoordeling HD D

(1) Hier ligt de heupkop buiten de kom: een slechte aansluiting. De koppen zijn niet mooi rond en de kommen zijn ondiep

(2) Vrijwel geen heupkop en -kom meer aanwezig en overal ernstige botwoekeringen: HD in optima forma

(3 )Normaal gevormde heupen met een heupkop die goed diep in de heupkom ligt

De aanduiding ‘vormveranderingen’ betreft meestal een meer of minder duidelijke afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel vermeld, maar heeft, indien dit de enige bemerking is over het gewricht, in het algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.

De Norbergwaarde

Van beide heupkoppen (1) wordt het middelpunt bepaald en deze middelpunten worden verbonden door een lijn. In beide heupgewrichten wordt vanuit dit middelpunt een lijn langs de voorste rand van de heupkom (2) getrokken. De hoek (3) die beide lijnen in het middelpunt van de heupkop met elkaar maken, minus 90, geeft de Norbergwaarde van het betreffende heupgewricht. De Norbergwaarden van linker en rechter gewricht bij elkaar opgeteld geeft de ‘som Norbergwaarden’, die op het rapport vermeld is.

De norbergwaarde

HD-beoordeling

Alle gegevens samen bepalen de definitieve beoordeling, waarbij het ongunstigste onderdeel uiteindelijk de doorslag geeft. Een bepaalde HD- beoordeling kan bepaald zijn door uitsluitend de diepte van de heupkommen, door de aansluiting van de gewrichtsdelen, de aanwezigheid van botwoekeringen, of door een combinatie van twee of alle drie onderdelen, en dit is weer te herleiden uit de verschillende gegevens zoals die op het certificaat zijn vermeld.

Hoe lager de score, hoe minder dysplasie er is. De minimum (beste) score voor elke heup is nul, en de maximum (slechtste) is 53, wat een bereik oplevert voor het totaal van 0 tot 106. Elke heup wordt afzonderlijk gescoord onder de BVA, dus binnen het VK worden scores meestal weergegeven als twee cijfers gescheiden door een schuine streep (bijv. 2/6). De hoogste score van een van beide heupen (BVA) wordt genomen om een ​​score te geven voor internationale vergelijking.

In de volgende tabel worden de scores vergeleken die worden erkend door Orthopedic Foundation for Animals (OFA), Fédération Cynologique Internationale (FCI), de British Veterinary Association (BVA) en Verein für Deutsche Schäferhunde (SV).

OFA (VS) FCI (Europese) BVA (VK / Australië) 1 heup SV (Duitsland )
E. A-1 0 Normaal
G A-2 1-3 Normaal
F. B-1 4-6 Normaal
B. B-2 7-8 Snel [“bijna”] Normaal
M. C 9-18 Noch Zugelassen [“nog steeds toegestaan ​​/ toegestaan”]
Mod D 19-30 Mittlere [“intermediate”]
S E. > 30 Schwere [“zwaar” / “ernstig”]

Het herhalen van HD-onderzoek

Iedere eigenaar kan na verloop van minimaal 1 laar opnieuw een HD-onderzoek laten verrichten. De uitslag die daarbij tot stand komt, zal de eerder gegeven uitslag vanaf dat moment gaan vervangen. Herhaling van onderzoek heeft in het algemeen slechts zin bij honden, welke op een leeftijd van 1 à 1,5 jaar werden onderzocht en waarbij een licht-positieve uitslag op grond van een slechte aansluiting, met al dan niet een bijbehorende lage Norbergwaarde, tot stand kwam, terwijl er geen botafwijkingen werden vastgesteld.

Uw hond en HD

Eigenaren van honden waarvan officieel HD-foto’s zijn gemaakt, vragen de dierenarts die de foto’s gemaakt heeft nogal eens naar zijn of haar mening over de toestand van de heupgewrichten. Wanneer de eerste indruk van de dierenarts milder is dan de uiteindelijke definitieve uitslag, kan dit aanleiding zijn tot teleurstelling bij de eigenaar van de hond. Het HD-panel adviseert dierenartsen daarom geen uitspraken te doen over de toestand van de heupgewrichten.

Van honden die niet vrij blijken te zijn van heupdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, kan op grond van deze foto’s niet voorspeld worden of ze vroeger of later problemen kunnen krijgen. Ook wanneer vrij duidelijke misvormingen worden gevonden, betekent dat niet dat de hond er beslist last van moet krijgen. Het is dan wel verstandig erop toe te zien dat de hond niet te zwaar wordt en dat ook anderszins overmatige belasting van de heupgewrichten wordt vermeden. Dit is vanzelfsprekend wel afhankelijk van de eisen die aan de hond gesteld worden als huishond of als werkhond. In geval van twijfel kunt u dit met uw dierenarts bespreken.

HD en fokkerij

De HD-beoordeling maakt duidelijk of een individuele hond HD heeft en zo ja, in welke mate. Een röntgenfoto die geen HD laat zien, is echter geen garantie dat de hond geen erfelijke aanleg voor HD heeft. Iets dat wel belangrijk is om te weten als u gaat fokken; een aanleg kan immers doorgegeven worden. Om erachter te komen of uw hond mogelijk erfelijk belast is, kunt u de HD-uitslagen van nestgenoten, ouders en voorouders bestuderen. Grofweg kan gezegd worden dat veel goede uitslagen bij de directe familie ook meer kans geven op goede heupen bij de pups.

Het is daarom van belang dat de rasverenigingen over alle uitslagen kunnen beschikken en dat alle HD foto’s die gemaakt worden ook ter beoordeling aan de HD-commissie worden voorgelegd, ook indien door de dierenarts duidelijke afwijkingen aan de heupgewrichten worden gevonden.

Deze informatie is samengesteld uit meerdere bronnen en gepubliceerd op de website van de NVSW (Nederlandse Vereniging van Stabij- en Wetterhounen) aangepast op de situatie bij de Rhodesian Ridgeback. Oorspronkelijke bronnen zijn o.a. de Raad van Beheer en verschillende dierenartsenpraktijken.

Gebitsafwijkingen

De Rhodesian Ridgeback heeft evenals de wolf een scharend gebit. Dit betekent dat de ondersnijtanden net de achterkant van de bovensnijtanden raken en dat de onderhoektanden voor de bovenhoektanden liggen bij een een gesloten bek…

Lees meer

Navelbreuk (hernia umbilicalis)

Wat is een navelbreuk? Een navelbreuk ontstaat wanneer de buikwand op de plaats waar de navelstreng aan de pup vast zit (de navel) zich na de geboorte niet helemaal sluit. Een navelbreuk is zichtbaar als een zachte uitstulping…

Lees meer

Entropion/Ectropion

Bij entropion krult een gedeelte of het hele onderste ooglid naar binnen. De haren buiten op het ooglid kunnen dan de oogbol irriteren. Door het steeds bewegen van die haren over het hoornvlies kan beschadiging van het hoornvlies…

Lees meer

Cryptorchidie

Bij alle hondenrassen komt cryptorchidie voor. Cryptorchidie is een erfelijke aandoening waarbij één of beide testikels niet zijn ingedaald. Van cryptorchisme spreken we als één of beide testikels niet ingedaald zijn in het scrotum. Deze…

Lees meer

Allergische huidaandoeningen

Sommige Ridgebacks zijn gevoelig voor allergische dermatitis. Dat is een ontsteking van de huid ten gevolge van allergie. Soms is het ten gevolge van een auto-immuun afwijking. Soms ten gevolge van allergieën voor bepaalde voedingsstoffen…

Lees meer

Degeneratieve Myelopathie

Deze aandoening wordt (nog) met name bij Amerikaanse Ridgebacks gezien. Het is een chronische progressieve, pijnloze aandoening van het ruggenmerg die in de achterhand begint. Het begint meestal op een leeftijd tussen de 8 en 14 jaar…

Lees meer

Hypothyroïdie

Een trage schildklier bij de hond (hypothyreoïdie). De schildklier regelt de stofwisseling van het lichaam ofwel simpel gezegd de “activiteit” van de cellen in het lichaam. De schildklier produceert het schildklierhormoon onder…

Lees meer

Benige afwijking aan de staart 

De knikstaart is een aangeboren, erfelijke skeletafwijking die bij veel verschillende rassen aangetroffen kan worden. Bij een blokstaart beweegt de staart niet soepel. Een normale staart heeft lange smalle wervels …

Lees meer

Elleboogdysplasie (ED)

Elleboogdysplasie betekent letterlijk ‘elleboogmisvorming’ en wordt meestal aangeduid met de afkorting ED. Elleboogdysplasie is een afwijking aan de ellebooggewrichten waarbij de ontwikkeling…

Lees meer

JME

Juveniele myoclonische epilepsie (Rhodesian Ridgeback type) is een erfelijke neurologische aandoening. Het ziektebeeld uit zich tussen 6 weken en 1.5 jaar leeftijd door middel van frequente, oncontroleerbare spierbewegingen…

Lees meer

Early Onset Adult Deafness (EOAD)

Bij de Rhodesian Ridgeback zijn er documentaties bekend over het voorkomen van een overerfbare vorm van doofheid. Lijders van deze aandoening lijken in de postnatale ontwikkeling een normaal gehoor te hebben…

Lees meer

Dermoïd Sinus DS

De Rhodesian Ridgeback wordt geassocieerd met een aangeboren, erfelijke afwijking geheten de dermoïd sinus, soms ook wel dermoïd cyste genoemd. Overigens kan deze afwijking ook voorkomen bij andere hondenrassen. Het is …

Lees meer

A Rhodesian Ridgeback isn’t just another dog…

It’s a lifestyle!

Ga naar de inhoud